Jeugdige bezoekers mogen de bel luiden van de visafslag
Het is zaterdagmiddag 19 augustus. De zomervakantie loopt ten einde, maar in de Visafslag is dat niet te merken, want er is aanloop genoeg. Mede door de ‘Ark van Noach’, die in de haven ligt, en door een uitvoering van evangelisatiekoor Gideon bij de Peilschoale is het drukker dan normaal.
Ruben van der Meulen en Henk Binnekamp draaien deze middag samen hun suppoostendienst. Henk heeft iets leuks bedacht: hij laat de kinderen aan de bel trekken, zodat deze luid klinkt en in de haven overal goed te horen is. De kinderen vinden het prachtig.
Ruben zet de afmijnklok in werking en vertelt de bezoekers waarom er een afmijnklok is: zodoende konden de vissers geen ruzie krijgen over wie er het eerst ‘mijn’ riep, wanneer de vis werd afgeslagen. “In 1919 is de afmijnklok aangekocht om onenigheid en ruzies in de Visafslag te voorkomen, want een afmijnklok is onverbiddelijk.”
Intussen is Henk in een aardig gesprek verzeild geraakt met een geïnteresseerde dame. Vol interesse vuurt zij haar vragen op hem af. Met onmiskenbaar enthousiasme vertelt Henk over het visserijverleden van Elburg. De vrouw geniet van zijn verhalen. Ruben is op zijn beurt in gesprek met bezoekers, die vragen hebben naar aanleiding van de film die draait. Met verve doet hij zijn verhaal.
Het regent keihard. De Visafslag loopt vol mensen die komen schuilen: jong en oud schuift de banken in, jonge ouders met hun kinderwagen, mensen die net ‘de ark’ hebben bezocht en anders helemaal nat zouden regenen. Het aantal bezoekers is flink gestegen, sinds de komst van ‘de ark’. De aantallen mensen worden keurig bijgehouden in een schriftje.
Henk Binnekamp en Ruben van der Meulen draaien samen hun suppoostdienst.
Henk in gesprek met een bezoekster ‘met wortels in het visserijverleden’
Een oudere mevrouw vertelt van haar verbondenheid met Elburg en het visserijverleden. De naam Westerink en de botter EB 23 spreken daarbij boekdelen. Veel mensen, die oorspronkelijk uit de vesting (van 350 x 250 meter) komen, zijn vaak gelinkt aan oude vissersgeslachten. Er is altijd wel een oude oom of verre achterneef, die ooit op een botter de Zuiderzee heeft bevaren.
Henk en Ruben hebben deze middag een goede vangst. De oude visnetten, die in de nok van de Visafslag hangen, vangen dan wel geen vis meer, maar door de verhalen uit het visserijverleden laten de onbevangen bezoekers zich vangen. Hun nieuwsgierigheid naar het verleden en hun openheid voor de verhalen, zorgen ervoor dat Henk en Ruben helemaal in hun element zijn.
– Ruben van der Meulen