• img info@visafslagelburg.nl
  • img 0525-684595

Op deze website kunt u allerlei informatie vinden over de voormalige visafslag van Elburg. Sinds 11 september 1987 is het gebouw van de visafslag ingericht als (bescheiden) visserijmuseum. Het museum wil een herinnering zijn aan het visserijverleden van Elburg.

Volg ons op

Elburger visserij

Visserij en vishandel

Al vanaf de middeleeuwen is Elburg verbonden met visserij en vishandel. Dat Elburg in de late Middeleeuwen als vissersplaats en vismarkt niet helemaal zonder betekenis is geweest, bewijst het feit dat de hertog van Gelre in 1444 aan Harderwijk het recht van opslag voor vis voor de Zuiderzeekust tussen Muiden en Kampen verleende, waarbij echter voor Elburg een uitzondering werd gemaakt.

Eigenaardig is dat de visserij in de 18e eeuw nauwelijks betekenis had. Bij de beroepentelling in 1749 bleek dat er in Elburg slechts drie vissers waren. Pas aan het eind van de 18e eeuw nam de betekenis van de visserij geleidelijk toe. Eerst wordt er vooral op de Noordzee gevist. De voortdurende oorlog met Engeland in de Franse tijd bemoeilijkte de Noordzeevisserij voor de Elburgers.

In de tweede helft van de 19e eeuw nam de betekenis van de Zuiderzeevisserij toe. Telde de vloot in 1858 slechts 19 vaartuigen, in 1895 was dit aantal opgelopen tot 51. Daarnaast waren er in 1858 drie bokking- en palingrokerijen. In 1889 werd de visserij ”een middel van bestaan voor vele inwoners der gemeente” genoemd.

In de negentiende eeuw verhandelde en de vis op de Vischmarkt in het centrum van Elburg. In het jaar 1890 kregen de vissers en de handelaren toestemming om de vis af te slaan op een paar schragen met planken bij het sluisje aan de haven. Met de opening van de gemeentelijke visafslag -op 15 juni 1916- ging een grote wens van de Elburger vissers in vervulling. Daardoor was de monopoliepositie van de kooplui doorbroken. Vanaf 1916 werkten voortdurend twee personeelsleden in de visafslag: de directeur-keurmeester en de teller-afslager. In 1947 werd voor een recordbedrag van ruim een miljoen gulden omgezet.

Door de inpoldering van Oostelijk-Flevoland (1956) werd Elburg afgesloten van het open water. Veel vissers waren gedwongen hun werkzaamheden te beëindigen. Het gevolg was dat de visafslag op 1 mei 1958 dicht ging. Het gebouwtje werd voor 450 gulden verkocht aan de familie Spijkerboer in Oosterwolde. Vele jaren deed het gebouw dienst als veeschuur en opslagruimte. De historicus Willem van Norel herontdekte de voormalige visafslag in 1985. Mede op zijn initiatief kocht de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop het gebouwtje.

Een groep enthousiaste vrijwilligers brak de voormalige visafslag in de zomer van 1986 af en restaureerde in de daaropvolgende winter het oude gebouw grondig. In het bijzijn van een aantal oud-vissers en voormalige kooplui werd op 11 september 1987 de visafslag heropend. Na een afwezigheid van bijna dertig jaar was de voormalige visafslag terug in Elburg. Het gebouwtje is in de zomermaanden geopend voor bezoekers. Bijzonder zijn de afmijnklok, de bel, de banken en het kantoortje van de directeur. Door middel van attributen, tekstborden en foto’s wordt een overzicht gegeven van het visserijverleden van Elburg.

Het sluisje aan de haven vanaf de stadswal gezien.

De afmijnklok, aalbak en snelweger voorin de Visafslag.