Op een snikhete middag hartje zomer komen we suppoost Joop van der Heide tegen in Visafslag Elburg. Enthousiast verwelkomt hij bezoekers, die even uitrusten bij de haven na een dagtrip Elburg en straks weer met de bus teruggaan naar hun woonplaats. Samen met jongste suppoost Gerjan Ruijter draait hij deze middag zijn suppoostendienst.
Joop staat al vele jaren in de Visafslag om toeristen te vertellen over het visserijverleden van de stad Elburg. Hij vertelt met plezier zijn verhaal en vraagt of de mensen nog vragen hebben, die hij zou kunnen beantwoorden. Sommige toeristen kennen het fenomeen ‘visafslag’ uit hun eigen woonplaats en zien overeenkomsten en verschillen.
Met een druk op de knop wordt de afmijnklok in werking gezet. De bezoekers mogen op de knoppen in hun bank drukken om de wijzer tot stilstand te brengen. Het cijfer waarnaar gewezen wordt, is de prijs die bij wijze van spreken betaald moet worden voor de geveilde vis.
De Elburger vishandelaren in de banken van de visafslag.
Directeur-keurmeester Willem Deetman en zijn opvolger Hannes aan ’t Goor.
Joop vertelt dat zijn opa een koopschuit had, die postduiven aan boord had. Die duiven werden losgelaten, zodra de vis gevangen was. Een briefje werd aan de poot van de duif bevestigd met daarop de boodschap welke vis er gevangen was. De postduiven vlogen dan naar de wal, waar de vishandelaren die briefjes konden lezen. Zo wisten ze op voorhand welke vis was gevangen, zodat ze hun prijs konden bepalen.
Ook veteraan Henk Binnekamp is in de visafslag. Zijn familie had vroeger ook een grote vishandel. In de verte zijn Joop en Henk en Gerjan familie van elkaar. Het visserijverleden verbindt hen, hier en nu in de visafslag, waar de verhalen klinken en (bij)namen genoemd worden.
– Joop van der Heide