• img info@visafslagelburg.nl
  • img 0525-684595

Op deze website kunt u allerlei informatie vinden over de voormalige visafslag van Elburg. Sinds 11 september 1987 is het gebouw van de visafslag ingericht als (bescheiden) visserijmuseum. Het museum wil een herinnering zijn aan het visserijverleden van Elburg.

Volg ons op

Vischpoort

De Vischpoort in Elburg

LOCATIES

Visscherstoren

Tijdens de verplaatsing van de stad Elburg bouwde men in 1392 aan de zeekant een verdedigingstoren, ook wel de Visscherstoren genoemd. Deze toren had geen doorgang. De vorm van de (huidige) Vischpoort dateert uit 1592. In dat jaar werden de vestingwerken uitgebreid. Een ingemetselde steen met het jaartal 1592 herinnert nog steeds aan de bouw van de ”nije poerte”. De uitvoering van dit werk stond onder leiding van werkmeester en burgemeester Ernst Reeffs. Het werk aan de poort was aangenomen door enkele gildemeesters en hun knechten.

Ook enkele losse arbeiders werkten mee aan de bouw van de poort. In mei 1592 kwam prins Maurits naar Elburg. De prins sprak zijn grote waardering uit over de pas aangelegde vestingwerken en inspecteerde de werkzaamheden bij de nieuwe poort. Aan het eind van het jaar 1592 maakte Ernst Reefs de rekening op. Hij verklaarde voor de bouw van de poort 400 daalders en 6 stuivers te hebben uitgegeven. De naam van de ”nieuwe poort” werd tot omstreeks 1636 gebruikt. In dat jaar kwam er wederom een nieuwe poort bij. Om misver­standen te voorkomen kreeg de poort aan de zeezijde de naam Vischpoort.

POORTDEUREN EN POORTGELDEN

Bij dreigend gevaar kon de Vischpoort door middel van deuren worden gesloten. Op 16 juli 1853 besloot het stadsbestuur de deuren van de Vischpoort (evenals de Goorpoort, de Mheenpoort en de Zwolse Poort) weg te nemen. In 1827 had men voor het laatst nieuw deuren laten aanbrengen in de Vischpoort. In 1853 deed het raadslid de heer Hoefhamer het voorstel om de plankdelen van de poortdeuren te gebruiken voor de gootplanken in de Elburger straten. 

Aldus geschiedde … Op initiatief van de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop zijn op 27 juni 1992 wederom zware, eiken deuren in de Vischpoort geplaatst. De ingebruikneming van deze poortdeuren werd verricht door Arent baron van Boecop, een afstammeling van de rentmeester van de hertog van Gelre die in de periode 1392-1396 leiding had bij de verplaatsing van de stad.

In 1852 besloot de gemeenteraad bij meerderheid om het heffen van poortgelden te beëindigen. Tot die tijd kende iedere poort van Elburg een zogenaamde ‘poortier’. Deze functionarissen woonden in kleine huisjes tegen de stadsmuur bij de betreffen­de poort. Vanaf 1852 was het beroep van poortier als neven­functie voorgoed verleden tijd.

De deuren van de Vischpoort

Het licht op de Vischpoort

Kustlicht en luidklokje

Uit een oude akte in het Oud Stadsarchief van Elburg kunnen we afleiden dat er in 1731 een kustlicht op de Vischpoort is aangebracht. Kort daarna besloot het stadsbestuur om ter dekking van de gemaakte kosten over te gaan tot het heffen van ”lantaarngelt voor de veerschipperen en anderen die na dese stadt varen willen bij nagte”. Aanvankelijk deed een petroleumlamp dienst als kustverlichting in de Vischpoort. Zeker is dat vanaf de tweede helft van de 19e eeuw ”een gaslicht op de zeepoort” dienst heeft gedaan.

In het midden van de 19e eeuw besloot het stadsbestuur van Elburg om grote delen van de oude stadsmuren en drie poorten (Goorpoort, Mheenpoort en Zwolse Poort) af te breken. De afbraak van de Vischpoort stond niet ter discussie. Immers, deze poort deed dienst als kustlicht voor de vissers en de vrachtschippers. Het grote kustlicht is aan de zeezijde aan g­ebracht en brandt in de avond en nacht nog altijd. Wanneer de schippers het licht van het eind van de haven en het Vischpoortlicht in een rechte lijn hadden, voeren ze in de goede koers richting de Elburger haven. Pas in 1942 is de gaslamp van de Vischpoort vervangen door een elektrisch licht. Tijdens een grote restauratie in 1989 is de oude lantaarn vervangen door een nieuw exemplaar, overigens van hetzelfde model.

Aan de stadszijde van de Vischpoort (bovendeel) bevindt zich de luidklok. Het luiden van deze bel betekende vroeger dat de beurtschipper ging vertrekken naar Amsterdam. Het klokje is aangebracht in 1683. Het slaguurwerk met wijzerplaat dateert uit 1750. Wanneer een beurtschip naar Amsterdam vertrok zongen de kinderen uit Elburg:

Bim, bam, bim bam,

wie gaat er mee naar Amsterdam,

daar dansen de boeren met klompjes an.